21-05-2017, 12:38
(19-05-2017, 03:37)zorro123 schreef:(17-05-2017, 03:09)apestaart12 schreef:(17-05-2017, 00:28)zorro123 schreef: Vlaams minister van Media Sven Gatz (Open VLD) vindt dat de populaire streamingdienst Netflix ook moet bijdragen aan Vlaamse fictie. ‘Wanneer over-the-topspelers als Netflix en Amazon Prime onze markt bedienen, vind ik het logisch dat we ook van hen een bijdrage vragen’, zegt Gatz aan Knack.
Streamingdiensten als Netflix moeten niet investeren in Vlaamse fictie, terwijl distributeurs als Telenet en Proximus dat wel verplicht zijn. Elk jaar moeten ze per abonnee 1,3 euro investeren, door een reeks te sponsoren of te storten in het mediafonds.
Zowel minister Gatz als Vlaamse Parlementsleden Katia Segers (SP.A) en Bart Caron (Groen) zijn niet tevreden met deze situatie. ‘We verlangen van onze omroepen en distributeurs dat ze investeren in Vlaamse fictie. Wanneer over-the-topspelers als Netflix en Amazon Prime onze markt bedienen, vind ik het logisch dat we ook van hen een bijdrage vragen. Zij moeten in de toekomst ook investeren in Vlaamse producties’, zegt Gatz aan Knack.
Hoe dat precies in zijn werk zal gaan, is nog niet duidelijk. Gatz wil eerst de resultaten zien in Frankrijk en Duitsland, waar al investeringsverplichtingen voor streamingdiensten zijn ingevoerd.
Wat als Netflix daar niet wil op ingaan? Gaat die minister dan die streamingsdienst blokkeren? Ik dacht het niet, anders zou Netflix dan naar de rechtbank stappen en dan is er een media oorlog en dat is iets wat we kunnen missen als kiespijn.
over die investeringsverplichting
Wettelijk gezien kan Vlaanderen zo'n investeringsverplichting invoeren. In Frankrijk is die er bijvoorbeeld sinds september 2016, maar het is nog te vroeg om daar een grondige evaluatie van te maken, aldus Raats. Op dit moment wordt er over een nieuwe Europese mediarichtlijn onderhandeld, waarin de investeringsplicht er zou komen op Europees niveau.
Verdere regels opleggen aan Netflix is gemakkelijker gezegd dan gedaan. In het Europese mediarecht geldt namelijk het principe van het uitzendende land, het country of origin (COO). Enkel het land waarin een televisiezender gevestigd is, kan controle uitvoeren over die zender. Een bekend voorbeeld is het toenmalige VT4, dat in de beginjaren uitzond vanuit Engeland om de Vlaamse regels te omzeilen.
De vraag is of dat idee in tijden van streamingdiensten nog wel houdbaar is. De Europese Commissie pleit er alvast voor om de regel te versoepelen, zodat niet alleen het COO, maar ook het land waarin uitgezonden wordt (country of destination, COD) iets te zeggen heeft. Daarnaast wil de Commissie streamingdiensten verplichten om te investeren en minstens twintig procent van hun catalogus te vullen met Europese producties. Al wordt dat niet evident, zegt Raats: 'Nederland bijvoorbeeld is helemaal niet te vinden voor zo'n interventionistisch mediabeleid.'
Een eerste, weliswaar vage, aanzet staat nu al in de Europese wetgeving en in ons Vlaamse mediadecreet. 'De niet-lineaire televisieomroeporganisaties promoten, voor zover dat haalbaar is en met passende middelen gebeurt, de vervaardiging van en de toegang tot Europese producties. [...] Een aanzienlijk deel van de promotiemiddelen, vermeld in het eerste lid, moet worden besteed aan Nederlandstalige Europese producties. De Vlaamse Regering kan de mogelijke middelen en maatregelen, vermeld in het eerste lid, vastleggen.'
Gelijke wapens
Maar of de Vlaamse regering dat van plan is? 'We verlangen van onze omroepen en distributeurs dat ze investeren in Vlaamse fictie. Wanneer over-the-topspelers onze markt bedienen, vind ik het logisch dat we ook van hen een bijdrage vragen. Zij moeten in de toekomst ook investeren in Vlaamse producties', zegt minister van Media Sven Gatz (Open VLD).
'Hoe, dat bekijk ik momenteel', voegt hij eraan toe. Gatz verwijst naar de systemen in Frankrijk in Duitsland. 'Daar wil ik de effecten van zien.'
Streamingdiensten concurreren op dezelfde schermen met onze omroepen en distributeurs, maar vallen vandaag buiten het toepassingsgebied van de Europese Richtlijn over mediadiensten, beseft Gatz. 'Reclame die niet op televisie kan, hoort ook niet thuis op videoplatformdiensten en sociale media die steeds meer video brengen', vindt de minister. 'Het is de vraag hoe ver Europa de regels, onder andere over reclame en de bescherming van minderjarigen, wil doortrekken naar deze diensten. Wat mij betreft gebeurt dat maximaal, zodat een evenwicht kan gevonden worden opdat mediabedrijven met gelijke wapens op het mediatoneel verschijnen.
toch logisch telenet doet dit ook