12-07-2019, 11:52
De Belgische mobiele aanbieders Proximus en Orange Belgium hebben een ‘term sheet’ ondertekend om tegen het einde van het jaar tot een overeenkomst te komen voor het delen van mobiele toegangsnetwerken. Volgens het persbericht van beide bedrijven moet de uiteindelijke overeenkomst beide ondernemingen in staat stellen tegemoet te komen aan de toenemende vraag van klanten naar mobiele netwerkkwaliteit en een betere ‘deep indoor’ dekking. Daarnaast draagt de overeenkomst volgens Proximus en Orange bij aan snellere en bredere uitrol van 5G in België.
Mondiaal en in Europa kiezen meer mobiele aanbieders voor het delen van toegangsnetwerken. Door onderdelen van de infrastructuur van het mobiele toegangsnetwerk te delen, kunnen mobiele aanbieders de efficiëntie van hun netwerkactiviteiten verhogen. Het delen van de mobiele toegangsnetwerken door Proximus en Orange Belgium zal een snellere en bredere uitrol van 5G in België mogelijk maken, zo stellen beide bedrijven. Daarbij zullen ook de 2G-, 3G- en 4G- technologieën betrokken zijn. Het gedeelde netwerk zal volgens beide bedrijven de dekking verbeteren, met een geconsolideerd aantal mobiele sites dat naar verwachting ongeveer 20% hoger zal liggen in vergelijking met het huidige radiotoegangsnetwerk van elke mobiele aanbieder afzonderlijk.
Proximus en Orange blijven concurrenten
Hoewel het toegangsnetwerk wordt gedeeld, onderstrepen Proximus en Orange dat beide bedrijven de volledige controle over hun eigen spectrum behouden en hun kernnetwerken onafhankelijk van elkaar beheren om differentiëring op het vlak van service en klantenervaring te garanderen.
Volgens Proximus en Orange zijn de belangrijkste voordelen voor de eindgebruikers en de maatschappij het verbeteren van de algemene mobiele ervaring dankzij een ruimer outdoorbereik, een betere 'deep indoor' dekking, en een snellere uitrol van 5G. Het delen van netwerken levert volgens beide bedrijven ook belangrijke voordelen op voor het milieu, aangezien er minder antennesites nodig zijn. Dit zorgt voor minder visuele hinder en voor een vermindering van het totale energieverbruik met ongeveer 20%, vergelijkbaar met het verbruik van 10.000 gezinnen in België. Daarnaast levert het Proximus en Orange ook kostenvoordelen op, zodat ze het hoofd kunnen bieden aan de toenemende investeringsbehoeften in netwerkcapaciteit, ingegeven door de blijvende exponentiële groei van data. Tegelijkertijd zal het de uitrol van 5G versnellen en de kwaliteit van de dienstverlening verbeteren.
Joint Venture voor delen toegangsnetwerk
Onder voorbehoud van de definitieve overeenkomst zal het gedeelde mobiele toegangsnetwerk worden gepland, gebouwd en geëxploiteerd door een nieuwe 50/50 joint venture, in overeenstemming met wat gebruikelijk is in verschillende andere markten binnen de EU. Proximus en Orange Belgium zullen hun producten en diensten los van elkaar blijven commercialiseren en zowel op het vlak van retail, bedrijven als wholesale blijven concurreren.
In de komende maanden zullen specifieke teams van beide bedrijven alle formaliteiten meer in detail vastleggen, met inbegrip van het organisatiemodel van de nieuwe joint venture, om tegen het einde van het jaar tot een definitieve overeenkomst voor het delen van netwerken te komen. De bedoeling is dat de voorbereidende werkzaamheden in het eerste kwartaal van 2020 aanvangen.
Mondiaal en in Europa kiezen meer mobiele aanbieders voor het delen van toegangsnetwerken. Door onderdelen van de infrastructuur van het mobiele toegangsnetwerk te delen, kunnen mobiele aanbieders de efficiëntie van hun netwerkactiviteiten verhogen. Het delen van de mobiele toegangsnetwerken door Proximus en Orange Belgium zal een snellere en bredere uitrol van 5G in België mogelijk maken, zo stellen beide bedrijven. Daarbij zullen ook de 2G-, 3G- en 4G- technologieën betrokken zijn. Het gedeelde netwerk zal volgens beide bedrijven de dekking verbeteren, met een geconsolideerd aantal mobiele sites dat naar verwachting ongeveer 20% hoger zal liggen in vergelijking met het huidige radiotoegangsnetwerk van elke mobiele aanbieder afzonderlijk.
Proximus en Orange blijven concurrenten
Hoewel het toegangsnetwerk wordt gedeeld, onderstrepen Proximus en Orange dat beide bedrijven de volledige controle over hun eigen spectrum behouden en hun kernnetwerken onafhankelijk van elkaar beheren om differentiëring op het vlak van service en klantenervaring te garanderen.
Volgens Proximus en Orange zijn de belangrijkste voordelen voor de eindgebruikers en de maatschappij het verbeteren van de algemene mobiele ervaring dankzij een ruimer outdoorbereik, een betere 'deep indoor' dekking, en een snellere uitrol van 5G. Het delen van netwerken levert volgens beide bedrijven ook belangrijke voordelen op voor het milieu, aangezien er minder antennesites nodig zijn. Dit zorgt voor minder visuele hinder en voor een vermindering van het totale energieverbruik met ongeveer 20%, vergelijkbaar met het verbruik van 10.000 gezinnen in België. Daarnaast levert het Proximus en Orange ook kostenvoordelen op, zodat ze het hoofd kunnen bieden aan de toenemende investeringsbehoeften in netwerkcapaciteit, ingegeven door de blijvende exponentiële groei van data. Tegelijkertijd zal het de uitrol van 5G versnellen en de kwaliteit van de dienstverlening verbeteren.
Joint Venture voor delen toegangsnetwerk
Onder voorbehoud van de definitieve overeenkomst zal het gedeelde mobiele toegangsnetwerk worden gepland, gebouwd en geëxploiteerd door een nieuwe 50/50 joint venture, in overeenstemming met wat gebruikelijk is in verschillende andere markten binnen de EU. Proximus en Orange Belgium zullen hun producten en diensten los van elkaar blijven commercialiseren en zowel op het vlak van retail, bedrijven als wholesale blijven concurreren.
In de komende maanden zullen specifieke teams van beide bedrijven alle formaliteiten meer in detail vastleggen, met inbegrip van het organisatiemodel van de nieuwe joint venture, om tegen het einde van het jaar tot een definitieve overeenkomst voor het delen van netwerken te komen. De bedoeling is dat de voorbereidende werkzaamheden in het eerste kwartaal van 2020 aanvangen.