05-04-2017, 13:32
Telenet Group heeft twee nieuwe termijnlening faciliteiten afgesloten ter grootte van respectievelijk 1,33 miljard euro (Facility AH) en 1,8 miljard euro (Facility AI). De vervaldagen van de leningen liggen op 31 maart 2026 en 30 juni 2025.
De Facility AH heeft een marge van 3,0% boven EURIBOR met een minimum van 0% en werd tegen 99,75 uitgegeven. De Facility AI heeft een marge van 2,75% boven LIBOR met een minimum van 0% en werd tegen 99,75 uitgegeven.
De Telenet Groep heeft de intentie om de netto-opbrengsten van deze faciliteiten aan te wenden voor de vervroegde terugbetaling van volgende kredietlijnen onder de Senior Credit Facility, zoals geamendeerd in 2015:
Facility AE (1,6 miljard euro met vervaldag in januari 2025, EURIBOR +3,25%, 0% “floor”); en
Facility AF (1,5 miljard dollar met vervaldag in januari 2025, LIBOR +3,00%, 0% “floor”).
Met deze transactie is de Vennootschap erin geslaagd de gemiddelde looptijd van haar schulden te verlengen van acht jaar op het einde van december 2016 tot 8,6 jaar post-herfinanciering tegen aantrekkelijke marktvoorwaarden, met daarnaast ook verhoogde flexibiliteit van de convenanten in de toekomst.
De Facility AH heeft een marge van 3,0% boven EURIBOR met een minimum van 0% en werd tegen 99,75 uitgegeven. De Facility AI heeft een marge van 2,75% boven LIBOR met een minimum van 0% en werd tegen 99,75 uitgegeven.
De Telenet Groep heeft de intentie om de netto-opbrengsten van deze faciliteiten aan te wenden voor de vervroegde terugbetaling van volgende kredietlijnen onder de Senior Credit Facility, zoals geamendeerd in 2015:
Facility AE (1,6 miljard euro met vervaldag in januari 2025, EURIBOR +3,25%, 0% “floor”); en
Facility AF (1,5 miljard dollar met vervaldag in januari 2025, LIBOR +3,00%, 0% “floor”).
Met deze transactie is de Vennootschap erin geslaagd de gemiddelde looptijd van haar schulden te verlengen van acht jaar op het einde van december 2016 tot 8,6 jaar post-herfinanciering tegen aantrekkelijke marktvoorwaarden, met daarnaast ook verhoogde flexibiliteit van de convenanten in de toekomst.